Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

maandag 21 oktober 2013

Slachtfeest


"Tomorrow will be a bad day for Turkey."
Başar, de eigenaar van ons hotel in Turkije, kijkt mijn vriend Bart even onderzoekend aan en begint dan te lachen. "Nee," antwoordt hij, "morgen is het een feestdag."
Het lijkt een bijzondere ervaring om de wedstrijd Turkije-Nederland te volgen in het land van Atatürk. Dat die ook nog eens gehouden wordt op de dag dat het islamitische slachtfeest begint, maakt het extra speciaal.

In tegenstelling tot Nederlanders zijn Turken zeer patriottistisch. Overal zie de rode vlag met de halve maan en de ster, in elke stad staat een standbeeld van de grote leider en de Turk heeft er geen moeite mee om te laten blijken hoe trots hij is een Turk te zijn. Ons gevoel van vaderlandsliefde komt eigenlijk slechts tot uiting tijdens wk's en ek's. Voor de wedstrijd in Istanbul liep echter niemand warm, voor ons ging het tenslotte ook nergens meer om. En dus werden nergens grote schermen opgesteld of oranje vlaggetjes opgehangen.

Hoe anders was dat in Başar Otel. De oranje vlaggetjes die wij meegenomen hadden kregen samen met de Turkse en Nederlandse vlag een goede plek in het restaurantje van het hotel. En 's avonds zaten we, samen met onze vrouwen, de familie van de eigenaar en enkele Turkse gasten, klaar voor de wedstrijd.

Het stadion in Istanbul kolkte zoals te verwachten viel. Turkse supporters zijn fanatiek, zingen en springen onophoudelijk en blijven hun team onvoorwaardelijk steunen. Vraag het Dirk Kuijt of Wesley Sneijder, zij zullen beamen dat er nauwelijks enthousiastere supporters denkbaar zijn. En voor zaken van nationaal belang worden de vijandelijkheden tussen de supporters van Galatasaray, Fenerbahçe en Beşiktaş altijd even geparkeerd om samen op te trekken tegen de gemeenscchappelijke tegenstander of zoals laatst zelfs de eigen regering.
En dat is bijzonder, want de proporties die clubliefde daar aannemen kennen geen Nederlandse tegenhanger. Ajax-Feijenoord of Vitesse - NEC zijn maar ordinaire onderonsjes in vergelijking met de clashes aan de Bosporus.

Daarom waren bij mij de verwachtingen hooggespannen. Het roodgekleurde stadion en de voorbereidingen in ons hotel beloofden een spektakel en een avond vol emotie.
Hoe groot was de deceptie toen al in de zevende minuut het rode gevaar een eerste bijna dodelijke steek werd toegediend. Hoewel het nog wat onduidelijke stuiptrekkingen vertoonde, werd kort na rust de uiteindelijk fatale steek toegebracht. De meute op de tribune had door dat het getuige was van een bescheiden maar doeltreffende slachting. Net als in het stadion sloeg in ons hotel de gelatenheid toe. Het belangrijkste wapen van de Turken, het fanatieke geloof in onoverwinnelijkheid, was hen afgenomen door een tegenstander die aantoonbaar beter was. En dan onderscheid de Turkse supporter zich van die uit het westen. Het toont niet alleen respect voor de werklust van de eigen ploeg, maar ook voor de prestatie van de tegenstander. Waar Oranje in het Sükrü Saracoğlu-stadion in Istanboel applaus oogstte, werden wij in ons hotelletje gefeliciteerd en getrakteerd.
Sneu voor onze Turkse vrienden dat het slachtfeest die avond een bijzondere betekenis heeft gekregen.


Of we de vlaggetjes nog terug willen. Başar kijkt ons vragend aan. Als we ontkennend antwoorden, zegt hij opgewekt: "Dan hang ik ze deze zomer weer op, want jullie worden wereldkampioen."
Of hij heeft een vooruitziende blik, of is, met zoveel Hollandse gasten, een slimme zakenman. Ik hoop beide.