Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

maandag 15 december 2014

Rust

Nog één wedstrijd te gaan en de eerste helft zit er al weer op. Tijd voor een evaluatie. Eens even op een rijtje zetten wat er goed en fout is gegaan. Oorzaken zien te vinden en lering trekken. Hoe nu verder, dat is de kernvraag.

Alom lof, dat was wat er werd toegezwaaid na de eerste wedstrijden. Prachtig combinatievoetbal, zeer verzorgd, technisch hoogstaand. Dit Vitesse gaat hoge ogen gooien deze competitie, was de teneur. En daar had het ook alle schijn van. Ondanks de nederlagen was het, zelfs tegen Ajax, duidelijk wie de bovenliggende partij was. Gewoon een kwestie van tijd, geluk en geduld. Als de nieuwe spits eenmaal fit is, dan komen de punten vanzelf.
Maar voetbal blijkt een bedrieglijk spelletje. Niets is voorspelbaar. Dat maakt het natuurlijk ook zo leuk. Maar alleen niet in Arnhem, althans niet op dit moment.

Wat zijn de feiten?
Vitesse heeft uitstekende voetballers op de loonlijst staan, daar is iedereen het over eens. Grote talenten, verfijnde technici, jongens met een begenadigde trap. Dat mag dus niet het probleem zijn. Scoren, dat was en is het probleem. De nieuwe spits is al een tijdje fit, maar de punten stromen nog steeds niet binnen. Integendeel.

Eén van de problemen is inderdaad die spitspositie. Dauda heeft nog niet aan de verwachtingen kunnen voldoen. En eerlijk gezegd ben ik bang dat het ook nooit iets gaat worden. Te afwachtend, technisch beperkt, een zwak aanspeelpunt en absoluut niet dreigend. Terecht dat Bosz zondag een andere optie uitprobeerde. Maar veel keus heeft hij niet. Djurdjevic is blijkbaar (nog?) niet de potentiele ster die voorgespiegeld is, maar ook Traoré heeft nog weinig van zijn vermeende talent laten zien. Feit is wel, dat er zondag meer beweging was in de spits.
De zijkanten, met Olinik en gelukkig weer Ibarra zijn wel dreigend, maar weinig effectief. Er komen te weinig goede voorzetten van de flanken. Maar als er weinig medespelers de vrije ruimte en met name de diepte zoeken, is dat ook onbegonnen werk.

Balletje breed, balletje terug lijkt de lijfspreuk van dit elftal. Balbezit is tot kunst verheven. Percentages van ruim 70 procent zijn geen uitzondering. Maar het levert weinig op. Ja, ergernis!
Er wordt terecht gesproken over een gebrek aan passie. De drive naar voren wordt gemist. De diepte zoeken is not done. Het gebrek aan beweging zonder bal is fnuikend. Als je al op balbezit speelt, doe het dan wel met een doel. Toeschouwers komen naar het stadion voor actie, voor vermaak en het liefst met drie punten als beloning. Maar dat het team ook zonder te winnen een staande ovatie kan krijgen, bleek wel tegen Twente. Het gevoel van respect voor de strijdwijze was groter dan de teleurstelling van het puntverlies.

Het middenveld kent de twee grootste talenten van Vitesse, Pröpper en Vejinovic, maar mist een meedogenloze bal-afpakker, die zich totaal opoffert voor het elftal. Die bovendien de gaten kan dichten die onze defensie laat vallen. De achilleshiel van het elftal blijft immers de verdediging. Het zijn te veel voetballers. Geen domme trappen de tribunes in, maar voetballende oplossingen zoeken, lijkt hun opdracht. Vaak is dat heel verzorgd en effectief, maar het heeft ons ook menige wedstrijd gekost. Het vertrouwen is er ook niet altijd. Dat zie je, dat voel je. Heeft misschien ook wel te maken met het vertrouwen in de man achter hun, die tussen de palen. We moeten Piet niet afrekenen op zijn blunder tegen NAC, ook voetballers zijn mensen en zullen dus altijd fouten blijven maken. Maar als de supporters om mij heen al met samengeknepen billen naar hem kijken als de bal in zijn buurt komt, hoe is het dan met de linie voor hem. Nee, wat mij betreft mag Room nu zijn kans krijgen.

De transferperiode komt er weer aan, maar de verwachtingen zijn niet hoog. Niet alleen omdat er weinig financiële armslag is, maar ook omdat onze technisch directeur tot nu toe geen gelukkige hand heeft gehad bij zijn aankoopbeleid. Als ik hem zou mogen adviseren - niet dat hij zal luisteren, maar toch - dan zou ik vooral eens kijken naar talentvolle jongens uit eigen land. Ik denk dat er best potentieel is. Ook voor de communicatie binnen het team en de uitstraling van de club is het geen gek idee. En bovendien betaalbaarder. Ik hoop in ieder geval dat er zo’n kuitenbijter bij zit, want een vechtersbaasje in de goede zin is als sambal in de nasi. Een beetje peper kan geen kwaad.

En nu maar duimen dat de profetie van sommige supporters uitkomt: dat het jaar spiegelbeeldig mag verlopen aan dat van vorig jaar. Een sprankelend begin en een droevig slot tegenover een teleurstellend begin en een daverend eind. Ik ga duimen voor zo’n tweede helft.


dinsdag 2 december 2014

Stelletje wijven

Damesvoetbal. Iedereen had het er de afgelopen week over. Onze Oranje leeuwinnen hebben zich geplaatst voor het WK in Canada. Dat is een geweldige prestatie, zegt men. Er moet daarbij echter wel opgemerkt worden dat de plaatsing ook voor een deel te danken is aan het uitbreiden van het aantal deelnemende landen.
Toch was er een euforische stemming onder iedereen die het damesvoetbal een goed hart toedraagt. Terecht?

Ik moet zeggen dat mijn stemming niet euforisch was na het laatste fluitsignaal van de wedstrijd tegen Italië. Maar wel opgetogen. Over de plaatsing, maar vooral ook over wat ik in 90 minuten gezien had.
Eerlijk is eerlijk, ik had niet zo’n hoge pet op van het damesvoetbal. Maar ook is het eerlijk om te bekennen dat dat vooral met onwetendheid te maken heeft. Ik kan me niet herinneren een dameswedstrijd gezien te hebben, dus waar baseer ik mijn mening dan op? Inderdaad, op vooroordelen.

En waarom zou een potje damesvoetbal niet net zo leuk zijn als een potje dameshockey? Daar kijk ik graag naar. En bepaald niet alleen vanwege de leuke rokjes. Hoewel ik wel moet zeggen dat die rokjes er een stuk flatteuzer uitzien dan de broeken van de voetbalsters (zo, die macho-opmerking hebben we ook weer even gehad). Nee, er wordt door de hockeysters superfanatiek gespeeld, technisch hoogstaand en in een geweldig tempo. En laat dat nu ook bij die voetbalsters zo zijn. 
Ik durf zelfs  te zeggen dat ik in tijden niet zo’n leuke pot voetbal heb gezien. En een potje op niveau! Kappen, draaien, slimme steekpassjes, hakballetjes, overzicht, versnellen, temporiseren, de dames lieten het allemaal zien. Passie in combinatie met techniek en tactisch inzicht. Fysiek ook sterk. En bovendien kunnen ze ook nog incasseren. En dat was tegen Italië wel nodig. Want net als hun mannelijke landgenoten weten de Italiaanse dames heel goed hoe ze hun tegenstanders uit hun ritme kunnen krijgen. Jammer voor hun dat dat tegen Oranje niet lukte. Onze dames, ja, ja, het zijn gelijk onze dames, lieten zich niet intimideren. Zelfs niet door bikkelharde tackels. En wat mij hierbij opviel was, dat ik geen één keer de verzorger in het veld heb gezien. Zelfs niet aan het eind van de wedstrijd om tijd te rekken. Opvallend.

Dat laatste viel mij onlangs ook al op toen ik naar de rugbywedstrijd tussen Wales en Australië zat te kijken. Rugby is niet bepaald een sport voor fijnzinnige types; er lopen nogal wat incomplete-gebitten en verbandjes-rond-het-hoofd rond. Maar ook tijdens deze wedstrijd kon de verzorger rustig een snipperdag nemen. De man had op het veld niets noemenswaardigs te doen. En toch was het een behoorlijk stevige pot. Was er sprake van een bloedende wond, dan moest dat uiteraard verzorgd worden. Ook bij rugby is het niet toegestaan om daarmee verder te spelen. Gaan de lopende spierbundels er dan bij liggen? Integendeel, ze hobbelen naar de kant, laten een verbandje omleggen en gaan vrolijk verder waar ze mee bezig waren: lekker sporten. Geen minuut heeft het spel hiervoor stilgelegen. Als er al een verzorger het veld in moet bij rugby, is het verstandig om de ziekenauto te bellen. Er is dan echt wat aan de hand.

Hoe anders is dat bij de heren voetballers. Voorbeeld: Vitesse-Go-Ahead was nog geen vier minuten bezig of de man met de beste conditie bij Vitesse moest alweer het veld in. Wallace lag kermend op de grond, druk zwaaiend met zijn arm. Ik keek even in mijn portemonnee of ik mijn donorcodicil wel bij me had. Het leek erop dat die jongen het niet zou overleven. Gelukkig was de man met de tas en de wonderspons met een fabelachtige sprint al snel bij het slachtoffer. Een spuitbusje op de zere plek en misschien wel een kusje erop en Wallace kon weer verder, om meteen weer volop mee te doen aan het spel.

Dit spelletje spelen voetballers zo vaak. Ergerlijk vind ik dat. We zouden eens moeten bijhouden hoeveel tijd er verloren gaat aan die zogenaamde blessurebehandelingen. Niemand neemt ze toch meer serieus? De heren denken blijkbaar dat dit erbij hoort, dat het niet om het voetbal gaat, maar om het theater. Als ik dat zou willen zien, zou ik wel een abonnement op de schouwburg nemen, in plaats van een seizoenkaart. Het kan ook anders. Dat zie je bij rugbywedstrijden, maar dus ook bij vrouwenvoetbal. De heren hebben dus nog heel wat te leren van de dames. Stelletje wijven!