Over de schrijver
- Plus Vite
- is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39
maandag 21 december 2015
dinsdag 15 december 2015
Iedereen
Iedereen vindt
Vitesse de best voetballende ploeg van de eredivisie. Iedereen vindt Solanke
een geweldige voetballer en een aanwinst voor de eredivisie. Iedereen vindt
Leerdam ook een betere optie op de linksbackpositie dan Achenteh. Iedereen lijkt
dat te vinden. Iedereen, behalve ik. Misschien is het ook wel de plicht van een
columnist om iets te vinden wat niet iedereen zo ziet. Een columnist moet er
juist voor zorgen dat niet iedereen roept wat iedereen roept. Dat iedereen
juist eens even nadenkt voordat er wat geroepen wordt. Maar ook dat hoeft niet
iedereen met me eens te zijn. Graag zelfs.
Nou, daar gaan we dan. Ik vind Vitesse helemaal niet zo
geweldig voetballen. En daarmee refereer ik niet aan de wedstrijd van zondag
tegen Heracles. Ik doe in principe niet aan nabeschouwingen. Daar hebben we bij
Vitesse Inside trouwens een uitstekende andere columnist voor. Nee, ik heb het
over de spelwijze in zijn totaliteit.
De basisfilosofie is uitstekend. Wie zo wil spelen als Guardiola
bij Barcelona en Bayern verdient sowieso een pluim. Aanvallend, dominant
voetbal. Technisch sterk. Veel balbezit en veel druk zetten. Het basisrecept
voor prachtig voetbal, toch? En in principe is dat ook zo. Gaat het zoals je je
dat voorstelt, dan is het de beste tactiek. Een speelwijze die niet ten
onrechte door menigeen wordt geprezen.
Maar wat als het niet loopt? Wat als de tegenstander je het
voetballen moeilijk maakt? Wat als je door de passie van de tegenstander niet
in je spel komt? Dan is er een plan B, toch?
Helaas, plan B kennen we niet bij Vitesse. Als het niet loopt,
dan blijven we vasthouden aan de bekende en vaak succesvolle tactiek. Maar ik
ben er van overtuigd dat een echt topteam moet kunnen schakelen. Als het echt
niet loopt, dan moet de strijdwijze worden aangepast. Niet zomaar wat anders,
maar ook met een visie. Een visie van waaruit getraind is, die voor iedereen
helder is, behalve dan voor de tegenstander.
Helaas heb ik moeten constateren dat er nogal wat
wedstrijden waren dit seizoen, waarbij de eigen spelwijze, ondanks alle inzet,
totaal niets opleverde. De nijvere bij stak de stenen Boeddha en stak en stak
en stak...luidt een toepasselijke oosterse wijsheid, die tot nadenken moet
stemmen.
Bij dit soort situaties voel ik medelijden. Medelijden
vooral met Solanke. Want wat iedereen ook mag zeggen en vinden, de beste knul
heeft nog nauwelijks iets laten zien. Ik heb dat grote talent wat hij schijnt
te bezitten nog niet kunnen waarnemen. Als excuus hoor je wel dat hij nog jong
is en veel moet leren. Maar Diks en Rashica zijn ook jong en moeten ook nog
veel leren, maar hebben wel een hoog rendement. Als excuus mag echter wel mijn
eigen bovenstaande kritiek gelden. Door strikt vast te houden aan de
basisfilosofie is er weinig ruimte voor een spits om zich te kunnen
onderscheiden. Hoe vaak komt er een voorzet voor de goal in zijn richting?
Wanneer wordt er eens de diepte
gezocht? Wie sprint er eens zonder bal naar
voren? Altijd maar dat balletje aan de voet. Altijd maar breed en terug. Soms
heeft het voetbal even een opkikker nodig. Soms kan een beetje sambal geen
kwaad.
Je mag kritiek hebben op Achenteh, hij heeft die kritiek
soms ook wel degelijk verdiend, maar hij had wel vaak een goede voorzet en...
peper in zijn reet. Vorig jaar liep er op rechtsback ook zo’n menneke, dat
verdedigend nog wel eens een steek liet vallen en die, ook door mij, overladen
werd met kritiek. Maar wat heb ik van hem genoten toen hij noodgedwongen
rechtsbuiten kwam te staan. Passie, flair en dreiging. Misschien is Rochdi wel een goed alternatief voor de weinig effectieve Olinyk.
Wat mij betreft mag er een plan B komen. Een plan waarbij
overgeschakeld wordt op meer diepgang. Meer passes over de verdediging, meer
voorzetten vanaf de achterlijn, meer lopen zonder bal. Met een goedgetraind
plan B maak je je tegenstander helemaal gek.
Met een plan B heb je als team een alternatief voor als het
niet loopt, krijgt Solanke misschien wel de kans zich te onderscheiden en kan
zelfs Achenteh laten zien waar zijn kwaliteiten wel liggen. Als dat plan werkt,
is iedereen weer tevreden. Zelfs ik.
maandag 30 november 2015
Homo's
Ter gelegenheid van de verschijning
van mijn nieuwe kinderboek een oude column in een nieuw jasje.
Guus is in het stadion.
In het voetbalstadion. Samen met papa. Ze kijken naar een wedstrijd. Een
wedstrijd van Vitesse. Er wordt gezongen en geschreeuwd door de mensen op de
tribunes.
‘Pap, wat roepen die
meneren?’ vraagt Guus.
‘Welke meneren?’
antwoordt papa.
‘Die meneren aan de
overkant, achter dat glas.’
‘Dat zijn geen meneren,
Guus, dat zijn NEKKERS.’
‘Wat roepen die NEKKERS,
pap?’
Papa kijkt Guus even aan,
kijkt even bedenkelijk en zegt dan:
‘Ze roepen allerlei
dingen over ons.’
‘Wat dan?’ wil Guus
weten.
‘Tja eh… nou dat we
homo's zijn. Wij zijn de homo's van Vites. Dat is wat ze roepen.’
‘En dat zijn we niet, hè
pap, homo’s? Toch?’
‘Nee’, antwoordt papa, ‘maar
we zijn wel van Vites!’
‘Dat is toch niet aardig
van die NEKKERS, dat ze dat roepen, hè pap?’
Papa geeft Guus een aai
over zijn bol en zegt: ‘Weet je, Guus, het zijn een beetje domme meneren. Laat
ze maar roepen.’
Papa kijkt weer naar de
wedstrijd.
‘Ja,’ roept hij opeens,
‘schieten! GOAL! Vako! Zie je wel, ik zei toch dat we gaan winnen!’ Papa staat
te springen en te juichen. En Guus doet mee. Hij staat zelfs op zijn stoeltje
te springen. ‘Dit vinden die NEKKERS niet leuk, hè pap?’
‘Nee, Guus, dat vinden
ze zeker niet leuk, ha, ha!’ Papa is heel blij, dat kan Guus wel zien.
‘Pap, ze roepen weer dat
we homo's zijn.’
‘Dat is niet erg, hoor,’
antwoordt papa, ‘kijk maar, de jongens op Zuid klappen er zelfs om. Eigenlijk,
eigenlijk is het een soort compliment.’
‘Een compliment?’ Guus
kijkt papa vragend aan.
‘Ja, homo’s zijn meestal
erg aardige meneren, die nooit rotzooi trappen. Ze hebben een goede smaak en
bovendien zijn ze niet dom.’
‘Dat zijn die NEKKERS
wel, hè pap?’
‘Ja, zielig zooitje!’
‘Ik vind voetbal best
leuk, pap!’
‘Dat dacht ik al, Guus.
En volgens mij vallen er straks nog meer doelpunten en dan wordt het nog
leuker!’
Guus kijkt weer naar het
uitvak.
‘Die NEKKERS zijn nu wel
heel stil, hè pap?’
‘Ja,’ lacht papa, ‘dat
komt omdat ze achter staan.’
Guus kijkt naar de Zuidtribune.
Daar staan de mensen te zingen en te springen.
‘Het lijkt wel een
feestje op de tribune, hè pap?’
‘Inderdaad, hoor ze eens
zingen: Waar is dat feestje, hier is dat feestje...’
Guus ziet dat een
voetballer van Vitesse heel hard tegen zijn benen geschopt wordt.
‘Oeioei, dat mag die
meneer toch niet doen, hè pap? Dat is toch heel gemeen?’
‘Nee, dat klopt en
daarom krijgt hij ook een gele kaart.’
‘Alle NEKKERS zijn homo,
alle NEKKERS zijn homo!’ zingen de jongens op Zuid.
‘Zijn de NEKKERS nu ook
homo's, pap?’
Papa kijkt Guus even
vragend aan, denkt even na en zegt dan: ‘Uh... ja, uh..., dat komt omdat ze...
uh.... zich vandaag zo netjes gedragen hebben, de supporters dan. Ze hebben
niet gevochten of met dingen gesmeten, ze hebben geen vuurwerk gegooid en zo.’
Guus knikt. ‘Ze hebben
alleen maar homo geroepen. En dat is niet erg, hè pap?’
‘Nee, Guus, dat is niet
erg.’
Guus denkt even na en
trekt papa dan aan zijn mouw.
‘Eigenlijk zouden alle
voetbalsupporters homo’s moeten zijn, hè pap?’
‘Hoezo?’ vraagt papa
verbaasd.
‘Dan zouden er nooit
meer vervelende dingen gebeuren bij het voetbal.’
Plus Vite
maandag 16 november 2015
Boeien
‘Vreemdelingenlegioen Vitesse kan voetbalsupporter niet boeien.’
Zo kopte zaterdag een artikel in de Gelderlander. Frank van den Wall Bake, sportmarketinggoeroe van het gelijknamige consultancybureau, is, zo zegt hij zelf, altijd redelijk zeker van zijn zaak. Ook nu: dat het Gelredome niet vol zit heeft te maken met de Chelsea-connectie. De huurlingen uit Londen zouden een bepaalde onverschilligheid tegenover de club veroorzaken. Sterker nog, hij denkt dat Vitesse aan geloofwaardigheid heeft ingeboet . De club is een ‘duiventil’ geworden en daardoor ontbreekt het bij de fans aan identificatie.
Zo kopte zaterdag een artikel in de Gelderlander. Frank van den Wall Bake, sportmarketinggoeroe van het gelijknamige consultancybureau, is, zo zegt hij zelf, altijd redelijk zeker van zijn zaak. Ook nu: dat het Gelredome niet vol zit heeft te maken met de Chelsea-connectie. De huurlingen uit Londen zouden een bepaalde onverschilligheid tegenover de club veroorzaken. Sterker nog, hij denkt dat Vitesse aan geloofwaardigheid heeft ingeboet . De club is een ‘duiventil’ geworden en daardoor ontbreekt het bij de fans aan identificatie.
Voorop gesteld: ik moet ook elke
thuiswedstrijd met lede ogen aanzien dat het stadion slecht gevuld is. Er is
alle reden om daar bezorgd over te zijn. Het Gelredome is een comfortabel
stadion, Vitesse zorgt met gratis vervoer goed voor zijn seizoenkaarthouders en
bovenal wordt er merendeels heerlijk voetbal gespeeld. Terecht dat de vraag
gesteld wordt waarom er niet meer toeschouwers de weg naar het stadion weten te
vinden. Maar het antwoord ligt een stuk genuanceerder dan het simpele en
arrogante verhaaltje van meneer van den Wall Bake.
Alles heeft volgens mij te maken
met de positionering in de regio. Elke club heeft in eerste instantie een bepaalde
aantrekkingskracht op voetballiefhebbers uit de eigen omgeving. Als geboren
Arnhemmer is de kans groot dat je je aangetrokken voelt tot de plaatselijke
trots. Maar ook bij mensen uit Duiven, Rheden, Oosterbeek etc. ligt door de
band met de stad een voorliefde voor Vitesse voor de hand. Richting Nijmegen
wordt dat anders. Hoe dichter je die stad nadert, hoe minder de betrokkenheid
bij Arnhem en Vitesse gevoeld wordt.
Een tijdje geleden stond daar een mooi kaartje van in o.a. de Gelderlander en Tubantia. (http://www.tubantia.nl/extra/datajournalistiek/voetbalkaart) Op de kaart is duidelijk te zien waar van elke club een grote concentratie seizoenkaarthouders woont. Op de kaart is goed te zien dat naar het zuiden en oosten van Arnhem de aantrekkingskracht afneemt naar mate Doetinchem en Nijmegen dichterbij komen. Logisch lijkt me. In het noorden, met Apeldoorn als belangrijkste supportersmarkt, is Go Ahead net even wat populairder. Begrijpelijk misschien, doordat Deventer een stukje dichterbij ligt dan Arnhem. Naar het westen en dan met name in de Gelderse Vallei, zijn überhaupt weinig seizoenkaarthouders. Hier is de voetbalsport sowieso niet zo populair. Hoogstwaarschijnlijk speelt de strenge naleving van het christelijk geloof in deze streek een grote rol.
Dan blijft dus de stad Arnhem en haar
directe omgeving over als primair voedingsgebied voor de club. Waarschijnlijk
zullen we ons neer moeten leggen bij vaste toeschouwersaantallen rond de
17.000. Behalve natuurlijk wanneer we echt grote successen gaan boeken en de
uitstraling van de club een boost zou krijgen. Hoewel is dat dan met supporters
of met meelopers?
Een vlug rekensommetje vertelt me echter dat
bij 17.000 toeschouwers ongeveer 1 op 14 mensen uit de Vitesse-regio de
wedstrijden bezoekt. Dat is op zich een mooie verhouding, zeker als je die zou
gebruiken voor Amsterdam en Ajax. De Arena zou dan twee keer zo groot en altijd
uitverkocht moeten zijn. En dat nog even los van de vele seizoenkaarthouders
die niet in de regio Amsterdam wonen. Dat laat een ander licht op de zaak
schijnen. Bovendien, had ons stadion maar 16.000 plaatsen gehad, was het stijf
uitverkocht geweest. Ben benieuwd of men er dan ook zo mee bezig was geweest.
Met zijn mooie verhaal over de Chelsea-connectie doet meneer van den
Wall Bake wat zovele ‘experts’ in het verleden ook al hebben gedaan en trouwens
nog steeds doen: het imago van de club beschadigen. Persoonlijk neem ik de
mensen die het over een duiventil, vreemdelingenlegioen of satellietclub
hebben, niet eens meer serieus. Het zijn diegenen die vooral elkaar napraten,
makkelijk willen scoren en totaal geen gevoel hebben voor wat een club voor een
echte supporter betekent. Maar meneer de expert schrijft het zelf al in zijn
opiniestuk: voetbalfans zijn niet gek en zeker niet dom. Vandaar mijn
uitspraak:
‘Frank van den Wall Bake kan Vitessesupporter niet boeien.’
donderdag 5 november 2015
Te licht
Te licht. De media
schilderden Vitesse vorige week af als te licht. Te licht voor de top. Alleen
al het feit dat wedstrijd tegen Ajax verloren ging, was blijkbaar voldoende om
dit oordeel te kunnen vellen. Wel het beste voetbal van Nederland, maar ook te
licht voor de top. Zo af en toe kan ik die logica niet volgen. Gelukkig zijn er
ook nog nuchtere analytici: ‘Het seizoen is nog lang en in dit Vitesse zitten
meer groeimogelijkheden dan in het elftal van Ajax.’
En met dat laatste ben ik het eens. Dat de talenten van
Vitesse nog niet alles laten zien wat er in hun mars zit, is voor iedereen
duidelijk. Maar er lopen zeker een paar groeibriljantjes tussen.
Rasvoetballers
die, als ze een beetje geluk hebben, de top kunnen bereiken. In dat opzicht kunnen
we dus dit seizoen nog het één en ander verwachten. De misstap tegen Ajax vind
ik dan ook niet dramatisch. Als er nu sprake zou zijn van een overduidelijk
betere tegenstander, dan zou dat wel het geval zijn geweest. Maar nee, met een
beetje geluk was de wedstrijd net even anders gelopen.
Te licht. Toch zat hem daar wel het verschil. Maar dan met
name letterlijk. Het viel me op dat bij lichamelijke confrontaties de helft van
het elftal steeds het onderspit moest delven. Niet dat ze ongemotiveerd waren
of te voorzichtig. Nee, gewoon omdat ze te licht zijn. Het duidelijkste
voorbeeld is Dominic Solanke. Een jongen, voor wie waarschijnlijk een gouden
toekomst in het verschiet ligt. Een jongen ook die in potentie de bouw van een
kerel heeft. Een voetballer die het talent zou moeten hebben om onverzettelijk
te zijn. Letterlijk. Maar helaas, zover is het nog niet. Te makkelijk laat hij
zich de loef af steken, te makkelijk wordt hij aan de kant gezet.
Natuurlijk, de knul is pas achttien en moet nog veel leren.
Er is hem dan ook helemaal niets te verwijten. Zijn sterke lichaam moet nog
‘opgeladen’ worden, zijn massa zal moeten toenemen, zijn spieren moeten sterker
worden. Dat is een kwestie van tijd. Maar Het krachthonk heeft pas op lange
termijn effect. De vraag is of we in Arnhem bij Solanke daar het komende jaar
nog wat van zullen merken.
Maar wat wel kan is trainen. Trainen op situaties met
lichamelijk contact. Je hoeft niet sterk en groot te zijn om die confrontaties
aan te kunnen. Je moet slim zijn, handig, wendbaar. De grote sterren bij
Barcelona zijn vaak kleine mannetjes. Confrontaties met fysiek sterke spelers
vormen geen echt probleem voor ze. Andere kwaliteiten compenseren het gebrek
aan lengte en kracht.
Eén van de kwaliteiten van onze topscorer uit het verleden,
Nikos Machlas, was zijn balvastheid. Met zijn 1.83 meter was hij niet echt
klein, maar bepaald ook niet groot. Hij bezat de techniek van zich breed maken
als geen ander. Hij kon zo gaan staan dat zijn gewicht altijd ruim tussen zijn
benen bleef. Zo maakte hij zich erg breed, waardoor tegenstanders weinig kans
hadden en hij bijna altijd op de been bleef.
Je hoeft onze selectie niet te leren voetballen, maar
misschien wel leren slim te zijn. Geef de jongens handvatten om zich te wapenen
tegen fysiek sterke tegenstanders en train daar veel op. We hebben daarvoor de
kennis en expertise en ook de mensen in huis. Ik ben ervan overtuigd dat we die
wedstrijd tegen Ajax dan in de Arena wel even zullen rechtzetten.
Abonneren op:
Posts (Atom)