Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

dinsdag 31 maart 2015

Shirt

Geel en zwart zijn onze kleuren. Kleuren die in de dierenwereld op gevaar duiden en met name op gif. Denk aan bijen en wespen, maar ook aan de vuursalamander. Het is een teken voor vijanden: pas maar op! Leuke symboliek.

Maar geel en swert zijn niet altijd de kleuren van Vitesse geweest. In de beginjaren waren dat wit en blauw, de kleuren van de stad Arnhem. Iedere speler moest toen trouwens zelf voor passende kleding zorgen, waarbij het wel vereist was dat het shirt de kleuren wit en blauw zou hebben. Pas aan het begin van de 20e eeuw zijn de clubkleuren veranderd in geel en zwart. Volgens sommigen zou de Gelderse vlag daar de reden van zijn. Dat ligt echter niet voor de hand omdat die vlag naast een gele en een zwarte ook een blauwe baan heeft. Bovendien is die vlag pas in 1953 ingevoerd.
Aannemelijker is dat de kleuren, net als die van VVO trouwens, komen van de familie van Pallandt. Reinhard Jan Christiaan baron van Pallandt schijnt een niet onverdienstelijk voetballer van Vitesse geweest te zijn. Ook zijn broers waren lid van de club. Deze sportieve adel is er blijkbaar de oorzaak van geweest dat de familie van Pallandt speciale shirts voor de club heeft laten maken, maar dan wel in de kleuren van het familiewapen: geel en zwart. Vitesse is dan ook de eerste club in de vaderlandse voetbalgeschiedenis die met uniforme kleding het veld op kwam. Waarvan acte.

Ik moest hieraan denken toen ik vorige week een shirt cadeau kreeg. Een gesigneerd shirt, met een dankbare boodschap. Maar dat terzijde. Welbeschouwd is het een vrij origineel tenue. Voetbalminnend Nederland zal het zonder twijfel meteen herkennen als Vitesse-shirt: karakteristieke zwart-gele banen. Met geen enkele grote vaderlandse club te vergelijken. Alleen Veendam heeft tijdens haar profbestaan een soortgelijke kledij gehad.
Het mooie van de shirts van de laatste jaren is, dat naast het logo/wapen van de club, ook het jaar van oprichting erop vermeld staat. Zo’n historische verwijzing geeft het tenue nog meer cachet. Dat de noodzakelijke sponsorbedrukking daar dan weer afbreuk aandoet, moeten we maar voor lief nemen. Het draait tenslotte niet alleen om voetbal, maar vooral ook om geld.
Over de vormgeving van het huidige shirt zelf, kun je natuurlijk van mening verschillen. De één zal het prachtig vinden, een ander vindt het helemaal niks. Persoonlijk vind ik het niet zo smaakvol. De kleur geel te fel, de strepen te dun. Ook het ontbreken van diezelfde strepen op de mouwen vind ik een gemis. Maar het is de moeite niet om je daar druk over te maken, want volgend jaar is er weer een nieuw shirt. De kassa moet blijven rinkelen.

Het belangrijkste is toch wel dat de clubkleuren, net als de clubnaam en de vestigingsplaats, gewaarborgd zijn. Het ‘Gouden Aandeel’ van de club, waarin deze drie elementen beschreven zijn, blijven in handen van de Stichting Betaald Voetbal Vitesse, waarin de Supportersvereniging Vitesse en de Business Club Vitesse-Gelredome zijn vertegenwoordigd. In principe kan de eigenaar er dus niet aan tornen. In principe…

In oktober zond de VPRO de schitterende documentaire Baas in eigen club uit, over de macht van het geld in het voetbal, (http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/baas-in-eigen-club.html) De film, waarin ook Vitesse en VIVO even aan de orde komen, laat zien dat er altijd gevaar dreigt. Supporters van Engelse clubs komen in opstand tegen de macht van de grote investeerders. Supporters van Coventry bijvoorbeeld, moeten vanwege zakelijke belangen, de thuiswedstrijden van hun club in een ander stadion bekijken. In het op 58 km (!) verderop gelegen Northampton.
Cardiff City FC, bijgenaamd the Bluebirds, moest wegens marketingbelangen de clubkleuren wijzigen van blauw in rood. Drie jaar aanhoudende protesten hebben de Maleisische eigenaar er echter toe gedwongen dit terug te draaien.

Het meest indrukwekkend aan de documentaire is de stap die boze Manchester United fans hebben Northern Premier League Premier Division, de Engelse zevende divisie. In mei van dit jaar wordt in de Morton, een volkswijk in Manchester, een nieuw stadion geopend. Dat wordt betaald door de supporters, die er gezamenlijk eigenaar van worden.
gezet na de overname van de club door de stinkend rijke Amerikaanse familie Glazer; ze richten hun eigen United op: FC United of Manchester. De club is helemaal van de supporters en staat momenteel bovenaan in the

Geel en zwart zijn al lang onze kleuren. Hoewel het erop lijkt dat dat altijd zo zal zijn, moeten we wel waakzaam blijven. Dat je als supporters ook een vuist kan maken, laten Engelse supporters zien.

dinsdag 17 maart 2015

Weinig te lachen

Er valt weinig te lachen bij Vitesse. Tenminste de laatste weken dan. Voor de winterstop was dat anders. En ook de eerste weken erna. Maar de laatste tijd is de humor ver te zoeken.

Op Monnikenhuize was die destijds wel vaak aanwezig. En met name als het minder ging: droge, soms bijtende, meestal gevatte, maar ook vaak flauwe humor. Het hoort bij voetbal, zeggen ze. Het hoort ook bij Arnhem, zeg ik vaak. Het is een vorm van leedvermaak en zelfkastijding. Je probeert je ergernis  of teleurstelling weg te lachen.

De laatste tijd is er weinig te lachen in het stadion. Het gaat te goed. Daar zijn we natuurlijk allemaal blij mee, maar toch.

Om de stemming er toch maar in te houden, leek het mij wel aardig om een aantal uitspraken van Zuid eens in een column te verwerken. Sommige zijn misschien te flauw voor woorden, maar binnen de context van een wedstrijd waren het tranentrekkers. Tranen van het lachen wel te verstaan, vooral wanneer ze ook nog eens met een vet Ernums accent werden uitgesproken.
Hier volgt een kleine bloemlezing van uitspraken die ik niet vergeten ben op te schrijven en waarvan ik niet de illusie heb dat ze allemaal origineel zijn:

Na een lachwekkende ketser van Veldhuis en tegen Ajax:
"Jullie hebben Freek, wij hebben Piet"

“Havenaar is een leuke jongen, maar hij kan alleen niet voetballen.”
“Nee, daar heb je er nog 10 anderen voor nodig.”

"Papa, wanneer gaan we naar huis?”
Wijzend naar de tribunes zegt vader: “Zie je al die mensen daar? Als je die allemaal even netjes een handje geeft, dan gaan we.”

“Die van Aanholt is snel hè, die haalt zijn schaduw nog in.”
“Ja en dan struikelt hij erover.”

Over Cillussen na een ketser: “Komt ook uit Nijmegen.”

Na een gemiste kans van dichtbij:
“Die kun je er met je pik inlopen.“
“Maar hij heeft niet zo'n lange als jij.”

Na tien minuten komen we om achterstand
“In 80 minuten kan er nog veel gebeuren.”
“Hier ook?”

Zeg niet dat een Ernummer geen Engels kan spreken. Tijdens de Airborne-wedstrijd kom een supporter wat later binnen een vraag:
“Is er al iets gebeurd?”
“Nee,” klinkt het antwoord, “ham 'n eggs.”

“Weet je waarom ze Nicky Hofs geen aanvoerder maken.”
"Nee, waarom dan?"
“Hij denkt dat de aanvoerdersband een slaapzak is.”

Meteen na de aftrap: “Gelukkig staat het nog 0-0”

Na een elegante snoekduik van Room:
“Dat deed hij bij de jeugd ook al.”
“Speelde hij ook in de jeugd van Vitesse dan?”
“Ja, bij de F16.”

“Ze trainen veel op driehoekjes. “
“Oh ja? Daar zullen hun vrouwen wel blij mee zijn.”

Na de rust:
“Heeft Bosz gewisseld?”
“Nee, hij heeft al zijn melktandjes nog.”

“Heb je het al gehoord? Pröpper gaat naar Barcelona.”
“Voor hoeveel?”
“€239 voor een lang weekend all-in, bij Neckermann.”

We genieten nu van het voetbal en de goede prestaties, maar als het in de toekomst weer minder gaat, kunnen we de Theo Bos tribune zo omtoveren tot een Posttheater.


dinsdag 3 maart 2015

Standbeeld



Het kan haast niet anders: afgelopen zaterdag is er genoeg geld ingezameld voor een permanent eerbetoon aan Theo Bos. Iedereen die Vitesse een goed hart toedraagt vindt dat ons clubicoon dat verdient. Maar ook voor de club zelf is zo'n borstbeeld een meerwaarde. Het symboliseert dat het een club van mensen is. Echte mensen.

Deze column gaat echter niet over dit borstbeeld, maar over een standbeeld. Een symbolisch standbeeld voor een man die zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot de absolute leider van het elftal. Een man ook die zich, in de geest van Theo Bos, als boegbeeld van de club opwerpt. Guram Kashia is ondertussen veel meer dan zo maar een aanvoerder.
Bij menig club zie je dat de meest prominente speler of meest dominante persoonlijkheid, de aanvoerdersband draagt. Niet altijd een begrijpelijke keuze, als je kijkt naar de gedragingen van bepaalde captains. Als je vaak betrokken bent bij opstootjes, scheidsrechters onheus bejegent en regelmatig onnodige gele kaarten incasseert, dan vraag ik me af waar je die band aan verdiend hebt.
Kashia laat echter in alle opzichten zien wat een echte aanvoerder is. Ten eerste is het een primus inter pares, de eerste onder zijn gelijken. Hij is gewoon één van de jongens, deel van het team. Maar daarnaast ook degene die voorop gaat in de strijd, die de klappen opvangt, die het elftal enthousiasmeert of op zijn flikker geeft. Op zo’n moment is hij de autoriteit, de absolute leider. Je merkt dat hij respect afdwingt, dat zijn woord leidend is.
Ten tweede voelen jonge jongens als Kevin Diks en Bertrand Traoré de bijna vaderlijke zorg die hij voor ze heeft. Zij krijgen een schop onder hun gat als het nodig is, maar ook een aai over de bol of een knuffel als ze het verdienen. Trouwens niet alleen de jonkies. Afgelopen zaterdag was Guram er ook vlot bij om Vejinovic een hart onder de riem te steken na zijn gemiste penalty.
Ten derde is de aanvoerder bij maatschappelijke projecten waar Vitesse aan deelneemt, meestal een geweldig visitekaartje. En wat te denken van zijn respectvolle behandeling van de Airborne-veteranen. Niet voor niets staat juist hij (let wel: als buitenlander) prominent in de houding op het spandoek tijdens de herdenkingswedstrijden.
In augustus schreef Dennis van Bergen van VI echter dat Kashia niet past bij Vitesse. Hij zou te weinig voetballende kwaliteiten hebben om mee te kunnen met het spelletje dat Bosz graag speelt. Van Bergen ziet wel dat hij misschien één van de betere verdedigers in de eredivisie is, maar dat hij zeker in vergelijking met van der Heijden voetballend en in de opbouw tekort schiet.
Ik zie ook wel dat Jan-Arie over kwaliteiten beschikt -ik geniet er wekelijks van-, die Guram niet heeft, maar van Bergen snapt blijkbaar niet dat een elftal met alleen maar ‘mooie voetballers’ het uiteindelijk niet ver zal schoppen. Een goed elftal is nog altijd een goede mix van diverse talenten èn met een duidelijke leider. En dat Kashia naast een goede verdediger met name ook dat laatste is, moge duidelijk zijn. Het enige verwijt dat je hem eventueel nog mag maken is, dat hij zich na al die jaren in Arnhem, nog steeds van het Engels moet bedienen, althans in het openbaar.
Het moge duidelijk zijn dat ondanks de fouten die hij wel eens maakt, Kashia voor mij op dit moment hèt gezicht is van Vitesse. De man die misschien ook wel de Haarlemmer olie is in het elftal, die ervoor zorgt dat het elftal als team lekker draait. Maar vooral ook de man die de club wil dienen. Een echte Vitesse-man, helemaal in de geest van Theo Bos. Ik denk dat onze eeuwige nummer 4 zaterdagavond vanaf zijn hemelstoel weer goedkeurend gekeken heeft naar de man die op zijn nummer speelt.