Nee, het is nog geen Koningsdag. En het gaat al helemaal niet over ridderordes. Ook niet over de veteranen die de stad nu zijn bijzondere kleuren geven. Nee, het gaat over een man waarvan ik vind dat deze bijnaam bij hem past. Ten eerste vanwege zijn naam, ten tweede vanwege zijn lengte, maar vooral omdat hij er nu al eentje verdient: een lintje.
Ik was al van plan deze column te schrijven voor zijn memorabele actie afgelopen zaterdag. Dat iedereen het daarna over hem had, was dus wel vanzelfsprekend. Het doelpunt dat Bryan Linssen in de wedstrijd tegen Excelsior maakte was dan ook van een zeldzame schoonheid. Normaal doe ik dit soort goals af als gelukstreffers, dat zijn ze natuurlijk ook, maar iedereen die gevoetbald heeft kan zich het euforische gevoel voorstellen als je zo’n doelpunt maakt. Voor ons als televisiekijkers was het dubbel genieten omdat gefilmd werd vanuit een prachtig standpunt.
Hoe mooi het doelpunt ook was, mijn bewondering gaat
ergens anders naar uit. Ik kan me namelijk geen Vitessespeler herinneren die
met zoveel passie, gedrevenheid en vooral plezier op het veld staat. Er zullen
als reactie hierop ongetwijfeld namen genoemd worden, maar misschien vallen deze
eigenschappen in nu wel veel meer op. Hedendaags voetbal is alleen nog maar
‘voetballen vanuit de organisatie’, voetballen met je hoofd en dus steeds
minder met je hart. Ik herinner me de opmerking van Fräser kort geleden, dat Büttner,
ook zo’n jongen die het spelletje speelt omdat hij het leuk vindt, zich niet aan
‘de afspraken’ gehouden had.. Eenzijdig opgelegde afspraken van trainers die
het creatieve, sprankelende, verrassende uit getalenteerde spelers haalt.
Volgens mij de oorzaak van het gebrek aan kwaliteit in het Nederlandse voetbal
(/elftal).
Maar wat heerlijk dat ze er nog zijn. Die jongens die gewoon
doen wat hun gevoel hen ingeeft, die gepassioneerd het spelletje spelen alsof
ze tien, twaalf jaar oud zijn. Dit soort spelers heeft vaak van die
onvoorspelbare, verrassende en creatieve momenten. Het zijn juist die acties
waarvoor wij op de banken staan, een oohhh
laten horen en de handen ruw slaan. Voor deze voetballers kom je naar het
stadion, zij zorgen voor het echte amusement.
En Bryan Linssen is er zo eentje. Misschien heeft hij niet
de techniek van Messi, het fysiek van Pogba of de eigenzinnigheid van
Ibrahimovic, maar hij is er wel eentje met een ongelooflijke dadendrang die die
‘tekortkomingen’ ruimschoots compenseert. Denk maar aan die kopbal afgelopen
zaterdag voor het doel bij Excelsior. Met zijn 1,70 meter stak hij bij zijn
sprong meer dan een kop uit boven zijn veel langere tegenstander. Dat de
scheidsrechter daarvoor, ten onrechte, floot was begrijpelijk: zo’n ventje kan niet
zonder hulp zo hoog springen, toch?
Ik heb al in menige column een pleidooi gehouden voor meer
passie in het spel. Gedrevenheid, inzet en spelplezier liggen aan de oorsprong
van het voetbal. Zoals al gezegd, wordt dat tegenwoordig veel te veel ondermijnd
door tactische concepten. Bij Bryan Linssen zie je die kwaliteiten gelukkig
weer terug op het veld. Onvoorwaardelijke gedrevenheid, gezond fanatisme en
vooral plezier, veel plezier. Ik hoop dat hij dit virus over kan dragen op zijn
ploeggenoten. Als dat lukt, dan verdient hij wel meer dan een lintje.
Ik kan me een soortgelijke column van je herinneren over Achenteh,toen hij net over kwam van Zwolle, die zo trots was dat hij voor Vitesse mocht voetballen, ook een jongen met plezier en passie, je bent hem toch hoop ik niet vergeten.
BeantwoordenVerwijderen